Beenderhuis
Elly Griffiths
Forensisch onderzoeker Ruth Galloway is uitgenodigd om er bij te zijn als de kist van een vroegere bisschop geopend wordt in het museum. De kist werd ontdekt bij werkzaamheden elders, en de inhoud moet een voorvader geweest zijn van de huidige eigenaar van het museum, Lord Smith.
Ruth is aan de vroege kant en loopt alvast wat rond door het museum. Tot haar grote schrik ontdekt ze naast de kist de curator: hij lijkt levenloos. Inderdaad zal hij niet snel daarna overlijden. Het openen van de kist zal elders en op een later tijdstip gebeuren, nu wordt het museum plaats delict.
Een dag of wat later wordt ook Lord Smith dood gevonden. Nu het toch wel op een moordzaak lijkt, mag politie-insecteur Harry Nelson de moordenaar zoeken.
Er blijken dreigbrieven verstuurd te zijn, maar die lijken meer te maken te hebben met het feit dat het museum ook schedels en meer botten van Australische negers bevat. Een groep die zich de Elginisten noemt wil al dit soort ‘gestolen’ voorwerpen terug naar het land van herkomst overbrengen.
De overblijfselen in de kist zorgen voor een verrassing, er zijn dierenactivisten actief en tussen dit alles in zwerft de druïde Cathbad rond. Hij lijkt overal te zijn. Wat voert de man in zijn schild?
Behalve dit alles zijn er ook nog drugs in het spel, en laat Lord Smith een goed lopende renpaardenstal achter en een gezin, met leden die erg diverse interesses hebben.
Bij elkaar genoeg verhaallijnen om een ingewikkeld plot te vormen, maar wie eerder boeken heeft gelezen van Elly Griffiths weet dat dit niet alles is.
Ruth, diep van binnen een verstokt vrijgezel, en Harry, gelukkig getrouwd en vader van bijna volwassen dochters, hadden eerder ‘iets’ samen. Dat heeft er toe geleid dat Ruth nu ook alleenstaande moeder is. Ze heeft de zorg over een meisje van een jaar, en dat heeft de nodige impact op haar leven. Harry heeft zijn vrouw moeten beloven dat hij geen contact meer zal hebben met Ruth, en hij doet zijn best zich daar aan te houden. Dat leidt evenwel tot de nodige spanningen.
Elly Griffiths leidt de lezer soepel langs al deze verhaallijnen om alles in een razendsnelle ontknoping tot een uitbarsting te laten komen.
ISBN 9789032513153 | paperback | 304 pagina's |Uitgeverij De Kern |mei 2012
Vertaald uit het Engels door Els Franci-Ekeler
© Marjo, 29 november 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Springvloed
Elly Griffiths
Degenen die een echte, recht toe recht aan thriller verwachten worden vast teleurgesteld.
Dit derde boek van Elly Griffiths is meer een roman dan een thriller. Niet dat er geen spanning in zit!
Er worden wel degelijk lijken - nou ja, geraamten - gevonden, en dus moet er gespeurd worden naar de toedracht van een drama.
Maar dat drama heeft plaatsgevonden in de begindagen van de tweede wereldoorlog, toen er in Engeland nog angst was voor een Duitse invasie. En het duurt vrij lang voor de lezer te horen krijgt dat er nog steeds iemand rondloopt die niet wil dat er bekend wordt dat de wereld te horen krijgt wat er precies allemaal gebeurd is.. Er zijn twee ooggetuigen overleden, maar mensen van in de tachtig sterven nogal makkelijk, dus het duurt even voor de politie doorkrijgt dat er wel degelijk sprake is van een moordonderzoek, dat zelfs gevaarlijk wordt voor de betrokken speurders.
We zijn natuurlijk weer in Norfolk, want daar woont Ruth Galloway, die als forensisch archeologe toegevoegd is aan het rechercheteam. Zij moet immers de skeletten onderzoeken, die gevonden zijn in het afbrokkelende Broughton Seas End. Op zoek naar getuigen, naar het verhaal van de vermeende invasie – de slachtoffers zijn Duitsers! - komen ze onder anderen in gesprek met de pastoor. En die vertelt over de watersnoodramp van 1952! Heel apart dat in een boek aan te treffen dat in Engeland speelt!
Dit is dan het thrillergedeelte. Veel meer volgen we Ruths pogingen haar rol van moeder en carrièrevrouw te verenigen. Zoals lezers die de twee eerdere boeken ook gelezen hebben weten, is Ruth een BOM i. e. een Bewust Ongehuwde Moeder. Katie is intussen een maand of vijf, en al zijn er wel mensen die willen oppassen - vreemd genoeg lijkt inspecteur Harry Nelson er een van – het valt niet mee om dat altijd te regelen.
Als je met de juiste verwachtingen aan dit boek begint, blijkt het een heerlijke, vlot geschreven roman met een spanningsboog die hoog genoeg is. De druïde, Cathbad is een heel leuke bijfiguur, die met zijn kijk op het leven deze Engelse roman een Keltisch tintje geeft.
En natuurlijk is Ruth Galloway een erg sympathieke hoofdpersoon. Als je de laatste pagina omslaat, wil je echt weten hoe het verder met haar en Katie zal gaan. Vooral met de cliffhanger die Elly Griffiths er zo plagerig instopt!
ISBN 9789032515133 | Paperback | 301 pagina's | de Kern | mei 2011
Vertaald uit het Engels door Els Franci-Ekeler
© Marjo, 7 juli 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Dodencirkel
Elly Griffiths
Hè, wat heerlijk als een boek begint met een verantwoording (ook al is het in een dankwoord zoals hier). Ik weet al voor ik ga lezen in hoeverre het gegeven van het boek op waarheid berust. In dit geval is de basis een palencirkel, gevonden bij Holme-next-the-Sea. Een palencirkel uit de bronstijd is een magische plek, een heilige plek, al weet men niet precies wat het betekende.
Het boek speelt in een dorpje als Holme dat in Norfolk ligt, aan de oostkust van Engeland, maar is verder geheel fictief. In een moerasgebied is jaren geleden een palencirkel gevonden, en er blijken zich nog meer schatten in de grond te bevinden. Helaas ook gruwelijke schatten.
De bijna veertigjarige Ruth Galloway is archeologe, ze geeft les op de universiteit, maar doet ook veldonderzoek. Ze was betrokken bij de vondst van de palencirkel, en nu er een lijk gevonden wordt in de buurt, doet de politie een beroep op haar expertise bij het bepalen van de oudheid van beenderen: er wordt al wel jaren een meisje vermist, Lucy, maar zijn de overblijfselen wel van dat kind?
Inspecteur Nelson was degene die de zaak van de verdwenen Lucy kreeg, en nu, na tien jaar, is hij nog steeds vastbesloten om haar te vinden, dood of levend.
Opnieuw verdwijnt er een meisje, er volgen speurtochten in het moerasgebied aan de rand waarvan Ruth een huisje heeft. Ze woont er afgelegen, met als buren een vogelkenner en een stel dat alleen in weekendend komt. Speurtochten naar de verdwenen meisjes, en naar palen uit de ijzer- en bronstijd, het gebied wordt danig verstoord.
Ook het leven van Ruth wordt flink opgeschud: haar ex komt terug, haar vriendin blijkt bepaalde dingen verzwegen te hebben, en die inspecteur, ook al is hij getrouwd, is wel een interessante man. Bovendien wordt een van haar katten slachtoffer, en krijgt ze anonieme sms-jes.
Het verhaal is niet origineel, gebeurtenissen zijn nogal voorspelbaar, maar niettemin is dit een boek waar je lekker in kan duiken. Heerlijke spannende ontspanning!
Een debutant die in de gaten gehouden moet worden.
Isbn 978 90 325 1148 7 Paperback 270 pagina's | De Fontein mei 2009
Vertaald door Els Franci-Ekeler
© Marjo, juni 2009
Lees de reacties op het forum, klik HIER
Offersteen
Elly Griffiths
Ruth Galloway is een bekende voor wie 'Dodencirkel' heeft gelezen. Ze is hoofd van de faculteit Forensische Archeologie, in Norfolk. Met een (nieuwe) kat als gezelschap woont ze vrij afgelegen, ze kijkt uit over de zee. Ze heeft het goed voor elkaar in het leven, vindt ze, al komen er in dit
verhaal op het persoonlijke vlak complicaties bij, waarover we vast in een volgend verhaal meer kunnen lezen. Dat schijnt de laatste jaren te moeten, dat speurders - in welke vorm dan ook - ook hun persoonlijke leven prijs geven aan de lezer, zelfs al voegt dat helemaal niets toe aan het kernverhaal. Elly Griffiths heeft met Ruth Galloway wel een sympathiek persoon gecreëerd. Haar eigenzinnige manier van leven spreekt wel aan. Ze is een sterke vrouw, goed in staat voor zichzelf op te komen in dat mannenwereldje waarin ze leeft, terwijl ze evenmin bang is om haar gevoelens te tonen.
Die mannen daar zitten ook 'oude bekenden' bij: politie-inspecteur Harry Nelson en Cathbad, de zonderling, die graag voor druïde speelt.
Het verhaal begint met een cursiefje, onder de aanhef 1 juni de feestdag van Carna. De ik-persoon gaat verder over offeren 'we zijn vervloekt. Dit is
geen huis meer maar een graf'. Deze cursieve stukjes komen vaker terug, en lijken uitleg te geven aan de lezer, voordat Ruth en Harry er achter zijn wat er aan de hand is. Maar de oplettende lezer weet al snel dat ze niet synchroon lopen met de tijd waarin het hoofdverhaal speelt.
Op een opgraving in een naburig dorp is een nederzetting gevonden, waarschijnlijk uit de Romeinse tijd. Doctor Max Grey is hoofd van de opgraving en vraagt Ruths hulp bij de datering: er zijn beenderen gevonden. Een skelet, waarvan de schedel ontbreekt. Misschien is het een funderingsoffer, als offerande voor de god Janus.
Maar er zijn ook beenderen gevonden bij een huis dat afgebroken is, om er nieuwbouw te laten verrijzen. Alleen de voorgevel is gehandhaafd, omdat die significant is, en juist daar, onder de drempel, ligt een skelet. Van een meisje van een jaar of vijf, ontdekt Ruth, die nu belast is met het onderzoek naar twee stekjes beenderen.
De vraag hoe oud het kind is cruciaal. En of het een meisje of een jongen is. Toen het afgebroken huis nog in gebruik was, was het een weeshuis, onder leiding van de zusters van het Heilig Hart. Nelson laat de bouw stilleggen, en dat zint Edward Spens, de eigenaar natuurlijk niet. Maar behalve een financiële strop, blijkt het ook nog een persoonlijke te zijn: zijn familie is betrokken bij de geschiedenis van dit huis. En dan is er nog pastoor Hennesey, nu met pensioen, vroeger directeur van het kindertehuis. Hij vertelt over de twee kinderen die verdwenen zijn, jaren geleden. Martin van
twaalf en zijn zusje Elisabeth, vier jaar oud. Is zij misschien dat skelet?
Terwijl Ruth haar onderzoek doet, is er iemand - de schrijver van de cursiefjes??- die haar steeds weer de stuipen op het lijf jaagt. Wie is die onverlaat die het op haar gemunt heeft? En waarom?
Lekker spannend verhaal dat speelt in een mooie setting, met sympathieke hoofdrolspelers, en dus mag het volgende deel ook snel komen.
Isbn 978 90 325 1149 4 Paperback 285 pagina's | Kern De | mei 2010
'the Janus stone' vertaald dr Els Franci-Ekeler
© Marjo, juni 2010
Lees de reacties op het forum, klik HIER