Aardzee 2
Tehanu / Verhalen van Aardzee / De andere wind
Ursula K. Le Guin
Met de trilogie Aardzee heeft schrijfster Ursula K. Le Guin niet alleen mij betoverd. De boeken over de magiër Ged vormen een ware inspiratie voor hedendaagse (fantasy)schrijvers. Tegenwoordig staan veel fantasyverhalen in het teken van een tovenaarsschool. Denk maar aan de populaire Harry Potter-reeks. De Aardzee-verhalen behoren tot de eerste verhalen over zo’n school. Ook komen er draken en magiërs in deze reeks voor. De verhalen over de wereld Aardzee bevatten een hoog filosofisch en literair gehalte. Een ware traktatie voor de fantasyliefhebber.
In het nawoord schrijft Ursula K. Le Guin (1929) dat de zes Aardzee boeken in de loop van eenendertig jaar door vier verschillende uitgevers zijn uitgegeven. Het eerste boek – Machten van Aardzee – verscheen in 1968. De auteur is blij dat de zes boeken nu zijn samengevoegd tot twee trilogieën én dat ze voor het eerst in de juiste volgorde zijn samengesteld. De schrijfster ziet het verhaal als een geschenk. Een geschenk dat haar is gegeven. Ze is dankbaar dat ze de verhalen over Aardzee heeft mogen schrijven.
Het eerste verhaal in Aardzee 2 heet Tehanu. In dit boek is het meisje Tenar, dat in de vorige trilogie door de magiër Ged is gered, tot een volwassen vrouw met volwassen kinderen uitgegroeid. Ze neemt het meisje Therru onder haar hoede. Therru is door haar ouders en diens vrienden ernstig mishandeld en in een vuur gegooid. Therru is verminkt, haar stem is niet meer dan een fluistering. Tenar houdt van haar als van een dochter. Ze neemt het meisje mee naar de oude magiër Ogion die haar in huis nam nadat Ged haar had gered. Ogion is stervende. Op het moment dat Ged, meer dood dan levend, op de rug van een draak arriveert, is zijn leermeester al gestorven. Tenar ontfermt zich over de man die haar vrijheid schonk en zorgt ondertussen als een moeder voor Therru. Er is iets met het meisje. Iets dat ze eigenlijk zou moeten vrezen.
Het tweede boek – Verhalen van Aardzee – bestaat uit een aantal losse verhalen die samen een mooi geheel vormen. Er wordt onder andere geschreven over het ontstaan van de tovenaarsschool op het eiland Roke, over magiër Ogion en over het meisje Irian dat naar Roke reist om lessen aan de tovenaarsschool te volgen. De magiërs zijn niet bereid haar toe te laten. De tovenaarsschool is uitsluitend bestemd voor mannen. Ook met Irian is iets bijzonders aan de hand. Ook zij zou wellicht gevreesd moeten worden. De verhalen schetsen een mooi beeld van Aardzee en in elk verhaal komen een of meer oude bekenden voor.
Het derde boek – De andere wind – begint met het verhaal van ene meneer Els. Hij kan niet meer slapen. Durft niet meer te slapen. Steeds als hij in slaap valt, droomt hij over zijn overleden vrouw. Ze bevindt zich, net zoals alle doden, in het Dorre land. Vanuit dit dodenrijk roept ze om hulp. Els voelt zich machteloos en vreest zijn dromen. Hij wordt door de magiërs op Roke naar het huis van Ged gestuurd. Ged heeft zijn magische krachten verloren maar hij is een van de weinigen die het Dorre land heeft doorkruist. Ged stuurt Els op zijn beurt naar koning Lebannen. Hij is de enige andere persoon die levend uit het Dorre land is gekomen. Lebannen doet zijn best Els te helpen maar hij heeft ook andere dingen aan zijn hoofd. De draken uit het westen vallen nederzettingen aan. De auteur brengt alle gebeurtenissen op kundige wijze samen tot een ontroerend slot van de verhalen over Aardzee.
De Aardzee-verhalen hebben een vaste plek in mijn boekenkast bemachtigd. Het zijn boeken om te koesteren. Om steeds opnieuw te lezen en tot nieuwe inzichten te komen. Aardzee is een wereld vol magie maar ook een wereld die verrassend veel op onze eigen wereld lijkt. Ik zou best een beetje Aardzee met mijn eigen leven willen vermengen!
ISBN 9789022576137 | hardcover | 622 pagina's| Boekerij | april 2016
Vertaald door Gerard G. Suurmeijer
© Annemarie, 12 april 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Aardzee
Machten van Aardzee / De tomben van Atuan / Koning van Aardzee
Ursula K. Le Guin
De Aardzee-trilogie is een klassieker binnen het fantasygenre. De drie boeken verschenen tussen 1968 en 1972 en vormden een inspiratie voor tal van fantasyschrijvers. Ook de literaire kwaliteit van het werk van Ursula K. Le Guin - de “K” staat voor haar meisjesnaam Kroeber - wordt geroemd. Deze auteur sleepte dan ook tal van prijzen in de wacht.
In het boek Machten van Aardzee uit 1968 maakt de lezer kennis met de jonge geitenhoeder Duny die in het dorpje Tien-Elzen op het eiland Gont woont. Op zevenjarige leeftijd ontdekt het jongetje de wonderlijke kracht van toverkunst. Hij zuigt alle kennis van de dorpsheks als een spons op en snakt al snel naar meer. Hij is nog lang niet klaar met leren maar in Tien-Elzen valt simpelweg niet meer kennis te vergaren. Nadat Duny erin is geslaagd een vijandelijke aanval te verijdelen en het dorp te redden, biedt een vreemdeling aan hem verder op te leiden. Op zijn dertiende verjaardag krijgt Duny zijn echte naam en als Ged gaat hij in de leer bij de magus Ogion. Via Ogion belandt hij op Roke, het Eiland der Wijzen, waar hij een opleiding tot wijze mag volgen.
Ged ontpopt zich tot een uitstekende leerling. Het is echter zijn jeugdigheid die hem uiteindelijk bijna ten val zal brengen. Ged laat zich door een onvriendelijke medeleerling overhalen een geest uit het dodenrijk op te roepen. Het gaat helemaal mis en Ged overleeft het hachelijke avontuur ternauwernood. Vanaf dat moment wordt hij achtervolgd door een schaduw. Een monster dat zijn gelijke niet kent.
De tomben van Atuan uit 1970 gaat over de jonge Tenar. Ze is de reïncarnatie van de Priesteres der Tomben en wordt al op jonge leeftijd bij haar ouders weggehaald. Het leven van Tenar bestaat uit rituelen en het tevreden stellen van de goden. Onder de tempel ligt een eeuwenoud labyrint dat een groot geheim herbergt. Het meisje daalt dagelijks in het duister af – licht is er verboden – waarna ze moederziel alleen het gangenstelsel verkent. Ze moet. Het is haar taak het labyrint te beschermen. Op een dag stuit Tenar op een indringer. Het is Ged, die een bijzondere boodschap voor het meisje heeft. Een keuze.
In Koning van Aardzee uit 1972 heeft Ged het inmiddels tot Archimagus, de belangrijkste wijze, geschopt. Hij woont op het eiland Roke. Op een dag meldt zich een jonge prins op het Eiland der Wijzen. De jongen, die Arren wordt genoemd, vertelt een verontrustend verhaal. Op een groot aantal eilanden is de toverkunst in de vergetelheid geraakt. Tovenaars en heksen zijn de juiste woorden vergeten waardoor ze hun goede werk niet langer kunnen uitvoeren.
Ged beseft dat de woorden van de toverkunst niet zomaar vergeten worden. Er is iets kwalijks gaande. Hij besluit samen met Arren op zoek te gaan naar de bron van het kwaad. Samen stappen ze in Geds bootje, de Uitkijk, waarna een wonderlijke reis van start gaat.
Ik heb genoten van deze nieuwe uitgave van de Aardzee-trilogie. Deze al wat oudere fantasyverhalen zijn filosofisch van aard. Je kunt louter de mooi beschreven avonturen lezen en je daarmee uitstekend vermaken maar de diepere betekenis van de verhalen, is het meest indrukwekkend. Daarnaast zijn deze vertellingen minder gewelddadig dan hedendaagse fantasy.
Ursula K. Le Guin heeft ook een aantal korte verhalen over de Aardzee geschreven en tussen 1990 en 2001 verscheen een tweede trilogie. Helaas is niet alles naar het Nederlands vertaald. In deze eerste trilogie heb ik een reis gemaakt door een wereld waar draken en tovenaars heel gewoon zijn. Naast toverkunst staat ook de liefde voor de medemens centraal. Wat ik erg mooi vind, is dat iedereen met een bijnaam – die van Ged is Sperwer - door het leven gaat en zijn of haar echte naam alleen aan ware vrienden toevertrouwt. Het beschermen van je “ware zelf” is dus erg belangrijk en wie vriendschap sluit, doet dat vol vertrouwen en voor het leven. De Aardzee-trilogie heeft me betoverd.
ISBN 9789022574706 | hardcover | 492 pagina's| Boekerij | september 2015
Vertaald door Frits Oomes
© Annemarie, 30 oktober 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER