Ik zal je altijd vinden
John Ajvide Lindqvist
Het verhaal begint bedrieglijk gewoon, als een normale coming of age-roman. De negentien jarige John Lindqvist, inderdaad, de schrijver zelf, probeert zijn weg in het leven te vinden in het Zweden van 1985. Het is de periode waarin Olof Palme met de belofte van verbondenheid tussen groepen en mensen, de verkiezingen wint. Dezelfde Olof Palme die later vermoord wordt, een moord die ook in dit boek nog een rol zal spelen.
Johns grote droom is om goochelaar te worden, hij oefent hard voor de Scandinavische kampioenschappen en verdient wat geld met goochelen op de straat. Hij huurt voor een klein bedrag een achterkamer in een schimmig pand en heeft er geen idee van dat deze periode én het pand waar hij woont zijn leven zullen veranderen. Al vanaf het begint is er iets vreemds met het pand, hij krijgt telefoontjes van een stem die alsmaar vraagt of Sigge daar is, terwijl hij nóg de stem, nóg ene Sigge kent en er is een sterkte druk voelbaar, die meer en meer toen neemt.
Maar op een dag als John terug komt uit de gevangenis, hij is opgepakt voor winkeldiefstal, is de druk verdwenen en is er voelbaar iets veranderd in het huis. Tegelijkertijd gebeuren er steeds meer wonderlijke dingen, zo vallen er een periode lang alsmaar dode vogels uit de lucht en is er een zuigende kracht die hem alsmaar sterker naar het washok van zijn appartement toe trekt, waar opeens een groot hangslot op de deur zit. Daar gebeurt iets, daar is iets of iemand, dat wordt hem steeds duidelijker en ook dat dat “iets” te maken heeft met het steeds vreemder wordende gedrag van zijn buren die wél regelmatig in het washok vertoeven.
Het beangstigt hem enorm en als zijn buren hem benaderen, vlucht hij letterlijk weg uit het huis. Hij trekt halsoverkop bij zijn vriendin in, die hij nog maar net kent en probeert een tijdje een redelijk normaal leven op te leiden, met een baantje en met zijn vriendin, maar wordt enige maanden later toch weer als een magneet terug naar zijn oude appartement getrokken, naar dat wat hem zo beangstigd maar wat onontkoombaar is. Uiteindelijk maakt hij, net als zijn buren, zijn intrede in de wereld van het washok en betreedt hij de ‘De Andere Plaats’ en daarna verandert alles onomkeerbaar en is er geen weg meer terug.
‘De Andere Plaats’, door John ook wel ‘het veld’ genoemd, blijkt een plek waar je iets moet geven, om in ruil daarvoor te kunnen worden wie je ten diepste bent, waar je kunt veranderen in gedaantes die je niet had bedacht, maar die blijken overeen te komen met je diepste verlangens Een plaats waar je fantasieën uit kunt leven waarvan je niet eens wist dat je ze had. Het blijkt ook een plaats te zijn van verbondenheid. Verbondenheid met zijn buren, met wiens verlangens en diepste gedachten hij kennis maakt, zonder oordeel en zonder dat ze over hem oordelen.
Maar alles heeft zijn prijs, ben je eenmaal in ‘De Andere Plaats’ plaats geweest dan wil je die behoeftes in de echte wereld ook bevredigen, wat een uiteindelijk extreem destructieve gevolgen blijkt te hebben. John wordt steeds gewelddadiger en een aantal van zijn buren ondergaan door een uitleving van hun fantasieën in de realiteit, een gruwelijk lot.
Vanaf het moment dat tweede plaats zijn intrede doet, verschuift het verhaal van gewone fictie met surrealistische aspecten naar een meer en meer surrealistische wereld. Ingrijpende gebeurtenissen uit Johns jeugd, waarin hij een tijdje voor een gevlucht mishandeld vijf jarig jongetje zorgde, komen terug en blijken álles met wat er op ‘De Andere Plaats’ gebeurt te maken te hebben, al valt het als lezer niet altijd mee dat goed te ontrafelen.
Tussen alle steeds absurder en ook wel gewelddadiger wordende gebeurtenissen door gaat het boek ten diepste over het verlangen om te mogen zijn wie je bent, zonder beperkingen of oordeel van wie dan ook en over het diepe verlangen naar verbondenheid in een wereld waar zoveel existentiële eenzaamheid is, omdat iedereen maskers draagt en niet toont wie hij ten diepste is. In de echte wereld in het onmogelijk de ander, en jezelf, echt te kennen, maar op ‘De Andere Plaats’ worden niet alleen je eigen wezen en je diepste verlangens getoond, maar ook die van anderen. Dat geeft een verbondenheid die al het isolement en alle eenzaamheid opheft. Maar het boek maakt ook duidelijk dat als sommige wensen werkelijkheid worden de destructieve gevolgen niet te overzien zijn en waarom wensen dus vaak maar gewoon het beste wensen kunnen blijven.
Het is een ontregelende mengeling van realiteit, fictie, en magische realisme, met aan het eind zelf horrorachtige elementen en na uitlezen van het boek bleef ik nogal in verwarring achter. Enerzijds tolde mijn hoofd van de ontknoopbare samenhang van de gebeurtenissen en was het me vooral aan het eind veel te gewelddadig, anderzijds is het onontkoombaar dat Lindqvist goed kan schrijven en tussen alle ontwikkelingen door grote thema’s te pakken heeft. Het was me wel duidelijk dat de schrijver de soms bijna horrorachtige elementen inzet om zijn boodschap uit te vergroten en te onderstrepen, maar af en toe was het mij te surrealistisch en vooral te gewelddadig, ook al omdat op de cover van het boek gesproken wordt van een literaire thriller, zodat de wereld waarin ik al lezen terecht kwam me nogal overviel. Desalnietemin een boek wat wel een tijdje door mijn hoofd zal blijven spoken.
ISBN 9789056725648 | Paperback | 288 pagina's | Signatuur | augustus 2016
Vertaald door Edith Sybesma
© Willeke, 5 september 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik zal je altijd vinden
John Ajvide Lindqvist
Zweden, 1985: De negentienjarige John Lindqvist is klaar voor het volwassen leven. Hij verruilt het huis van zijn moeder voor een donker achterhuis van slechts twaalf vierkante meter in Stockholm. Dat het pand officieel niet als woonruimte verhuurd mag worden, maakt John niks uit. De huur is laag en het verlangen naar volwassenheid is groot. John zal als goochelaar de kost gaan verdienen. Hij heeft al talrijke straatoptredens op zijn naam staan. Niets staat een toekomst als succesvol artiest in de weg.
John weet nog niet dat de zes maanden die hij in zijn clandestiene woning zal verblijven allesbepalend voor de rest van zijn leven zullen zijn. Hij zal zijn goochelaarsbestaan aan de wilgen hangen om voortaan als schrijver van horrorverhalen door het leven te gaan. Wat hij wel weet, is dat de lucht om hem heen zwaar aan lijkt te voelen. Alsof het in gewicht toeneemt. Ook komt hij al snel tot de conclusie dat het niet eenvoudig is om als goochelaar een respectabel inkomen bij elkaar te schrapen. Zijn volwassen bestaan drukt bijna even zwaar op hem als de lucht om hem heen.
John bereidt zich voor op de Scandinavische kampioenschappen in Kopenhagen. Hij wil de wereld overtuigen van zijn goochelaarstalent. Omdat hij ’s nachts door nachtmerries uit zijn slaap wordt gehouden, oefent hij tot zijn handen pijn doen en het laatste vleugje concentratie is weggeëbd. John sluit de dag af in een washok dat hij met de andere bewoners van het appartementencomplex deelt. Er gaat een zekere troost van de geur van frisgewassen wasgoed uit. In een minder goed onderhouden gedeelte van het washok bevindt zich een doucheruimte. Omdat het in een rotswand is uitgehakt, heeft het iets claustrofobisch.
Soms lukt het John aan de nachtmerries te ontkomen. Zijn jeugdherinneringen laten zich echter niet verdringen. Na een vredig verblijf in het washok besluit John zijn herinneringen op te schrijven. Om het minder beladen te maken doet hij net of het een sprookje is. Alsof het niet hem maar een ander is overkomen.
Het “sprookje” speelde zich zeven jaar eerder af. John was twaalf jaar oud. Hij voelde altijd de onrust die hoort bij het bestaan van een kind dat gepest wordt. Na school verschool hij zich in een zelfgemaakte boomhut waar hij smulde van gestolen snoepgoed en een fantasiewereld bedacht. Een wereld waarin hij niet langer de zwakste zou zijn. Op een dag deed John een opmerkelijke ontdekking. Een zwaargehavend jongetje van een jaar of vijf zat opgekruld in een hoekje van de boomhut.
Het jongetje wil niet dat John hulp haalt. John voert hem chocola en begint plezier in het voorval te krijgen. Het is een beetje alsof hij een huisdier heeft. Iemand om voor te zorgen. John brengt het jongetje regelmatig eten en drinken en verbaast zich over het uiterlijk van het kind. Iemand heeft het kind vreselijk toegetakeld en zijn angst gevoed. John krijgt steeds meer het gevoel dat het jongetje geen doorsnee kind is. Wanneer John beseft dat zijn vermoedens kloppen, is het te laat. Nadat het jongetje hem een glimp van een andere werkelijkheid heeft laten zien, komt er abrupt een einde aan hun contact.
John heeft nooit met iemand over de gebeurtenissen gepraat maar hij is het nooit vergeten. Zijn gedachten gaan nu echter naar de kampioenschappen uit. Omdat hij weer eens krap bij kas zit, pleegt hij een winkeldiefstal. John is een ervaren dief maar dit keer gaat het mis. Terwijl de trein naar Kopenhagen op het punt staat te vertrekken, wordt John naar het politiebureau afgevoerd. Na zijn vrijlating is er iets veranderd. De druk die de lucht steeds zwaarder maakte, is weg. Er is nóg iets veranderd. Op de doucheruimte in het washok prijkt een hangslot. Er bevindt zich iets of iemand aan de andere kant.
Ik zal je altijd is een onheilspellend, bizar verhaal over een vreemd iets dat zich in de doucheruimte in het washok bevindt. Het heeft een betoverende uitwerking op John en een aantal andere bewoners. Heeft het iets met Johns eerdere ontmoeting met het jongetje te maken? Het verhaal staat symbool voor het verlangen naar een ander leven. Het verlangen om echt te kunnen zijn wie je bent of wilt zijn. De bewoners hebben elk een andere reden om de doucheruimte te bezoeken. De grens tussen fantasie en werkelijkheid wordt steeds dunner. De gevolgen zijn destructief.
Het feit dat het hoofdpersonage John Lindqvist heet en sterkte gelijkenissen met de auteur vertoont, geeft dit verhaal een extra dimensie. Ook de moord op een vooraanstaand politicus komt aan bod. Het werk van John Ajvide Lindqvist is luguber, angstaanjagend en fascinerend tegelijk. Ik wist dat ik maar beter niet door kon lezen… maar ik deed het toch!
ISBN 9789056725648 | paperback | 288 pagina's | Signatuur | augustus 2016
Vertaald door Edith Sybesma
© Annemarie, 25 augustus 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Hemelstrand
John Ajvide Lindqvist
Bij het ontwaken is alles veranderd. De lucht die voor het slapengaan nog gonsde van de stemmen en de camping die bruiste van het leven, zijn anders. Het is stil. Zelfs het gezoem van koelkasten en airco-systemen is verstomd. Even lijkt er niks aan de hand, even is de stilte zelfs prettig maar dan slaat de werkelijkheid keihard en onverbiddelijk toen. Alles is weg. Nou ja, bijna alles dan.
Vier caravans, vier auto’s, 8 volwassen, 2 kinderen, een hond en een kat zijn overgebleven. De rest van de wereld is in het niets opgelost. De caravans staan eenzaam op een uitgestrekt grasveld met perfect gemaaid gras. Het gras strekt zich in alle richtingen uit. Zover het oog reikt is er gras te zien, een prachtige grasmat. Verder is er niks. De hemel heeft een egale kleur blauw. Nergens is ook maar het kleinste wolkje te zien en ook de zon heeft zich aan het zicht onttrokken.
De situatie is zo bizar dat vooral verbazing overheerst. Achter de verwondering bouwt zich echter een diepe angst op. Waarom is juist deze groep mensen overgebleven? Waar zijn de andere campingbezoekers? Waar is de rest van de wereld? Volgens het navigatiesysteem dat in een van de auto’s prijkt, bevinden ze zich nog op precies dezelfde plek als toen ze gingen slapen. Hoe kan dat? Een van de volwassen, Peter, biedt aan met zijn auto op verkenningstocht te gaan maar al snel keert hij terug. Volgens zijn TomTom is hij door een dorpje gereden en waren er bruggen en rivieren te zien. In werkelijkheid was er niets. Op een bepaald punt gaf de TomTom alleen nog maar een grote leegte aan. Peter durfde niet verder. Er is daar iets. In het niets houdt zich iets onheilspellends schuil.
De groep mensen is divers en past slecht bij elkaar. Het eerste gezin bestaat uit Peter, Isabelle en Molly Sundberg. Ex-profvoetballer Peter is een aardige man maar het beeldschone fotomodel Isabelle is onuitstaanbaar. Dochtertje Molly ziet er allerliefst uit maar er gaat iets dwingends en onvoorspelbaars van haar uit. Het tweede gezin bestaat uit Stefan, Carina en de kleine Emil. Het is zo op het oog een doodnormaal, ietwat sullig gezin. In de derde caravan huizen Donald en Majvor. Ze zijn in de zeventig en hun kinderen zijn allang volwassen. Tijdens hun lange huwelijk heeft de liefde plaatsgemaakt voor iets onbenoembaars. Ze tolereren elkaar. De vierde caravan wordt bewoond door de stevig uit de kluiten gewassen boeren Lennart en Olof. Zijn ze vrienden of vormen ze een stel? Tegen wil en dank zijn de tien mensen op elkaar aangewezen.
Is de situatie tijdelijk of onomkeerbaar? Gaan ze dood – zijn ze soms al dood - of is een uitweg? Zijn ze zelf verdwenen of is de rest van de wereld weg? Er zijn vragen genoeg maar de antwoorden blijven uit. Er wordt een tweede verkenningstocht gemaakt. Dit keer gaan alle mannen, gewapend met stokjes om hun route af te bakenen, op weg. Ze gaan allemaal een andere kant op. Wanneer ze terugkomen weigeren ze te vertellen wat ze gezien hebben. Hebben ze allemaal hetzelfde gezien? Iets heeft hun angst aangejaagd. Allemaal hebben ze het al eens eerder gezien. Toen zijn ze de dans ontsprongen…
De fantasie van auteur John Ajvide Lindqvist kent geen grenzen. Hij plaatst zijn personages in ongewone situaties en geeft hun de kans er samen het beste van te maken. Angst doet rare dingen met mensen en Lindqvist maakt daar dankbaar gebruik van. Hemelstrand ademt vanaf de eerste bladzijde iets onheilspellends uit. Er is iets heel griezeligs gaande. De mensen zijn daar met een reden, dat moet wel. Maar waarom juist zij? Waarom twee onschuldige kinderen? Lindqvist confronteert de personages met het engste dat er is: hun innerlijke demonen. Iedereen maakt in zijn of haar leven wel iets naars mee. Iedereen moet dat een plekje geven. Maar wat als het plekje waar je de herinnering veilig hebt opgeborgen, ruw opengereten wordt?
Hemelstrand is fascinerend, beklemmend en griezelig maar vooral heel meeslepend. Lindqvist heeft me met zijn verhaal overmeesterd en hij liet me pas weer gaan toen ik het boek van begin tot eind had verslonden. Het is vrij dik boek maar geloof me, je leest het in één ruk uit!
ISBN 9789056725280 | paperback | 430 pagina's| A.W. Bruna Uitgevers | juni 2015
Vertaald door Edith Sybesma
© Annemarie, 2 juli 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het zeewezen
John Ajvide Lindqvist
Anders en Cecilia zijn twaalf en dertien jaar oud als ze voor de eerste keer de rots beklimmen midden op het eiland Domarö, voor de kust van Stockholm. Dan leren ze elkaar en de liefde kennen. Twintig jaar later zijn ze er opnieuw, nu met Maja, hun zes-jarige dochtertje. Ze maken een tochtje over het ijs naar de vuurtoren op het kleinere eilandje Gåvasten.
‘Wat is dat daar, Papa?’ vraagt het meisje. Maar Anders - die niet zijn telefoon op neemt en dus niet de waarschuwing krijgt van Simon - ziet niets bijzonders, en verliest zijn dochter die op onderzoek uit gaat, even uit het oog. Ze heeft een rood skipak aan, ze kunnen haar in die ijzige witheid meteen terugvinden denkt hij.
Maar dat is niet het geval. Maja is verdwenen. Niets wordt er van haar teruggevonden.
Het kost Anders en Cecilia hun huwelijk.
Een paar jaar later komt Anders in z’n eentje terug naar het eiland, waar zijn voorouders woonden. Hij woont in hun huisje, een krakkemikkig zomerhuis ‘Het Zootje’, en drinkt de hele dag. Ligt het aan de drank dat hij op een dag meent een geschreven tekst te zien gegrift in het tafelblad?
‘Draag me’ staat er, in het handschrift van Maja.
Ook voelt hij dat er naar hem gekeken wordt, een deur die open was is dicht, en er zijn meer van die dingen. Wie zet het ‘ijsmannetje’, waar zijn dochter zo bang voor was, voor de deur? Waar is ze, zijn dochter? Anders raakt er steeds meer van overtuigd dat Maja ergens is. Zeker als de rare broers, Henrik en Björn, die immers ook verdwenen waren, opduiken. Ooit waren die jongens bij de vriendengroep waar ook Anders en Cecilia deel van uit maakten. Maar er gebeurden akelige dingen, en toen verdwenen de jongens. Een andere vriendin was Elin. Zij woont weer op het eiland, maar gedraagt zich bepaald eigenaardig: zij laat operaties uitvoeren om lelijker te worden.
Anders heeft ook nu een vriend op het eiland: Simon, die een relatie heeft met zijn oma. Simon is illusionist, en een goede! Maar hij heeft ook een geheim. Als Anders hoort van dat geheim, en van de voorgeschiedenis van het eiland – aan aantal wonderlijke en magische verhalen worden hem verteld – komen de gebeurtenissen in een stroomversnelling.
Alles draait om het water, om de zee. De zee eist offers, en hoe beter het offer, hoe groter de visopbrengst.
Maar is de zee dan meer dan water? Is het een wezen? Een zeewezen?
Er is een insect in een doosje. Er zijn twee mannen die elkaar te lijf gaan met een motorzaag. Een schoolkind duwt haar schoolgenootjes in het water. Wat gebeurt er toch allemaal? Wat heeft Maja hier mee te maken?
Dit spannende en meeslepende vuistdikke boek sleept de lezer mee als in een kolkende golf: er zijn de verhalen van weleer, als legenden met een magisch, mysterieus tintje. Er is een ijzige sfeer, het is winter: sneeuw, ijs en houtkachels. En er is de zee die neemt en geeft. Anders zoekt verbeten door naar zijn dochter en in een variant op Eurydice zal hij haar vinden. Maar tegen welke prijs?
John Ajvide Lindqvist (Stockholm, 1968) verdiende na een studie literatuurwetenschap de kost als illusionist (!) en stand-up comedian. De auteur won vele prijzen voor zijn oeuvre, waaronder de Selma Lagerlöf-prijs in 2008.
ISBN 9789056723149 paperback| 413 pagina's |Uitgeverij Signatuur| augustus 2009
Vertaald uit het Zweeds door Edith Sybesma
© Marjo, 2 juni 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Wolfskinderen
John Ajvide Lindqvist
Lennart Cederström heeft een absoluut gehoor en daarom hoort hij het meteen: de toon die de baby voortbrengt is een loepzuivere E. Het kind dat het prachtige geluid maakt, ligt in het bos. Iemand heeft geprobeerd zich van haar te ontdoen. Lennart trof het babymeisje half begraven aan en met mond-op-mondbeademing redde hij haar leven. En nu is ze van hem, hij neemt haar mee naar huis.
Het vondelingetje wordt verborgen in de kelder van Lennart en zijn vrouw Laila. Even overweegt Laila nog om de autoriteiten in te schakelen maar uit angst voor Lennart doet Laila niets. Net zoals Laila niets deed toen haar agressieve echtgenoot jaren geleden haar knie verbrijzelde. Eens timmerden Lennart en Laila als zangers aan de weg. Maar de gehoopte roem bleef uit. En nu houdt Lennart een wonderlijk wezen in huis verborgen. Een kind met een wonderschone stem. Ze maakt hem gelukkig.
Het baby’tje groeit op tot een beeldschoon klein meisje. Lennart leert het kind zingen en ze overtreft zijn verwachtingen. Het meisje heeft geen naam, zelf denkt ze dat ze Kleintje heet. Voor de buitenwereld is ze bang, daar heeft Lennart voor gezorgd. Alleen hij, Laila en hun volwassen zoon Jerry zijn op de hoogte van het bestaan van het kind. Jerry houdt zijn mond in ruil voor geld. Lennart weigert stil te staan bij het feit dat er iets niet in orde is met het meisje. Ze eet uitsluitend potjes babyvoedsel, kijkt nooit iemand aan, blijft achter in haar ontwikkeling en praten doet ze nauwelijks. Het meisje zingt en dat is alles wat telt voor Lennart.
Elders in Zweden groeit een ander meisje op. Teresa. Teresa groeit op onder normale omstandigheden maar is erg introvert. Haar overgewicht maakt haar onzeker. Ze vindt zichzelf lelijk en ze is ervan overtuigd dat ze geadopteerd is. Haar beste en enige vriend is haar buurjongen Johannes. Wanneer hij verhuist en verkering krijgt met het populairste meisje van de klas, dringen steeds naargeestiger gedachten zich aan Teresa op.
Het leven van het naamloze meisje is inmiddels drastisch veranderd. Na een gruwelijke gebeurtenis woont ze nu bij Jerry, de zoon van Lennart en Laila, in huis. Jerry noemt het meisje Theres en ziet haar als zijn kleine zusje. Door een speling van het lot – en een internetforum – komen Theres en Teresa in contact met elkaar. Er ontstaat een hechte band die het woord vriendschap ontstijgt. Ook Teresa beseft dat er iets niet in orde is met Theres maar ze is betoverd door het meisje en wil niets liever dan bij haar zijn. Het tweetal maakt samen muziek en dat trekt andere meisjes aan. Ze brengen hun jonge fans volledig in vervoering en voeden hun gedachten met duistere inzichten. De fans die Theres ontmoeten worden gewillige volgelingen die bereid zijn alles te doen wat Theres juist acht. Alles.
Wolfskinderen geeft de lezer al snel een onheilspellend gevoel. Er is iets mis met Theres. Er is iets heel erg mis met haar. Zodra je dat beseft, is het al te laat want dit boek laat zich niet meer wegleggen. Net zoals Theres haar bewonderaars in haar greep houdt, zo is er voor de lezer geen ontsnappen aan het verhaal. Deze spannende thriller ontpopt zich tot een waar horrorverhaal. Literaire horror welteverstaan want het boek is meesterlijk geschreven. Terwijl het verhaal steeds gruwelijker wordt en het onherroepelijke einde aan de horizon opdoemt, lees je door en door en door. John Ajvide Lindqvist is een buitengewoon goede auteur. Wat een voortreffelijk boek!
ISBN | paperback | 424 pagina's| Signatuur | januari 2013
Vertaald door Edith Sybesma
© Annemarie, 2 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Wolfskinderen
John Ajvide Lindqvist
‘Als een reis van duizend mijl met een eerste stap begint, dan beginnen veel dingen die later belangrijk worden als een leuke bezigheid.’
Wees gewaarschuwd: als je begint te lezen, blijf je doorlezen, hoe ijzingwekkend het verhaal ook dreigt te worden.
Het boek begint met een proloog: het grootste muziekfestival van Zweden gaat van start: ’Laten we meezingen.’
Dan het verhaal dat je meer dan vierhonderd pagina's lang in zijn ban houdt:
Vijftien jaar eerder vindt Lennart in het bos een babymeisje, dat dood had moeten gaan. Ze is begraven. Lennart blaast haar nieuw leven in. Had hij dat maar niet gedaan…
‘Lennart haalde nog een keer adem en toen hij de tweede dosis lucht in de longen blies, gebeurde het: er ging een rilling door het lijfje en er werd wit schuim opgehoest, waarna een schreeuw de stilte van het bos doorsneed en de tijd opnieuw liet tikken.’
De schreeuw was een loepzuivere E. Lennart weet dat omdat muziek zijn leven is. Was hij samen met zijn vrouw Laila succesvol geweest in hun carrière als muziekduo, dan was hun leven anders verlopen.
Maar hun cd’s flopten, en hun huwelijk deed hetzelfde. Er is een zoon, Jerry, die ze alleen zien als hij behoefte heeft aan geld. Gedesillusioneerd is hij, zijn leven is zinloos geworden.
En dus neemt hij het kind mee, niet wetende dat ze een tijdbom is. Het meisje groeit op, verborgen in de kelder, want Lennart wil zijn vondst niet melden bij de instanties. Natuurlijk kunnen ze ‘Kleintje’ niet voor hun zoon verborgen houden. Maar Jerry ziet het kind als een middel tot chantage en verraadt hen niet. Eigenlijk vindt hij zijn ‘zusje’ wel leuk. Hij doopt haar Theres.
En de tijdbom tikt door en ontploft. Theres is dan een jaar of dertien.
Als Jerry verstandiger geweest was… als er niet nog een meisje was, Teresa, dat haar draai niet kan vinden in de wereld die zij bewoont. Als Theres niet zo loepzuiver had kunnen zingen.
Als…
Twee ‘Lone wolves ’. Twee meisjes die zonder dat de buitenwereld ook maar iets in de gaten heeft, elkaar versterken, met daarbij een grote rol van de moderne media. Zoals Theres de katalysator is voor Teresa, zo vormt Max de katalysator voor de beide meisjes. Onhoudbaar.
Wie zijn de schuldigen? De kinderen? Hun opvoeders? De omgeving?
Huiveringwekkend en ontluisterend verhaal over jongeren die mee willen doen, bij de rest willen horen en zich daarom tegen hun natuur in aanpassen. Maar, altijd maar op je tenen lopen, dat red je niet. Inwendig ontwikkelt zich die tijdbom. Wie kan het stoppen?
Lindqvist is een meester-verteller. Zijn verhaal is fascinerend, zijn manier van schrijven beeldend. Zelfs bij de gruwelijke scènes waarbij je als lezer de neiging hebt de ogen te sluiten, lees je door. Tot het onafwendbare einde.
ISBN 9789056724313 |paperback | 424 pagina’s | Signatuur | januari 2013
Vertaald uit het Zweeds door Edith Sybesma
© Marjo, 17 april 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER