Sporen op het ijs
Lars Rambe
Zweden, 1965: in Strängnäs hebben twee jonge mensen de dood gevonden op het ijs. Ze worden samen in een wak aangetroffen. Een van hen was Lisa, een meisje dat nogal eens wisselde van vriendje; de ander was een jongeman die ontsnapt was uit een nabijgelegen psychiatrische instelling. De politie, vertegenwoordigd door Sven Aronsson en zijn nieuwbakken agent Arne onderzoekt de moord, maar eigenlijk lijkt het zo klaar als een klontje: om de een of andere reden heeft de jongen het meisje vermoord en is hij zelf in de koude mistige nacht in het water gevallen. Waarom daar een wak was? Wat die jongen met het meisje te maken had? Onbelangrijke vragen…
Veertig jaar later komt een journalist, Fredrik Gransjö uit Stockholm, in het weer tot rust teruggekeerde Strängnäs, en wil een serie artikelen maken over de geschiedenis van het stadje, waarbij de psychiatrische inrichting, dat intussen plaats gemaakt heeft voor nieuwbouw, een belangrijke rol speelt. Daar wil hij mee beginnen. Tegelijk legt hij een link met de afbraak en nieuwe inrichting van het regimentsterrein, waar nu de plannen voor gemaakt worden. Zijn eerste artikel blijkt de gemoederen danig te verstoren, niet alleen voor hemzelf. Personen die dachten dat het verleden begraven was, worden bang dat er iets boven komt wat tot in het heden zijn uitwerking zal hebben.
Er gebeurt ineens van alles, en Fredrik komt dezelfde namen tegen in zijn onderzoek naar het verleden en bij de actuele politieonderzoeken. Daar is iets vreemds aan de hand!
Maar als hij zijn neus er te ver insteekt, blijkt hijzelf en ook zijn jonge gezin gevaar te lopen.
Lars Rambe boeit de lezer vanaf de eerste pagina. Je weet dan immers dat die dubbele moord van jaren terug niet gegaan is zoals men aannam. Maar wat er gebeurd is, en wat de verbanden zijn met het heden? Dat duurt even voor je daar achter komt. In een razende vaart voert Rambe je door het verhaal, maar omdat hij zijn personages bijnamen geeft, waarbij de lezer dus niet weet wie het zijn, heb je geen idee hoe het allemaal in elkaar steekt. En stak.
Wie is bijvoorbeeld de Baron? Er zijn verschillende personen die er voor in aanmerking komen. Het lijkt wel de tien kleine negertjes: steeds iemand minder die het kan zijn.
Rambe voert de spanning op door middel van perspectiefwisseling, en kleine klifhangers. Steeds lees je iets waarvan je denkt: daar heb ik eerder over gelezen, waar was dat ook al weer?
Ik zie hele rollen behang voor me met allemaal namen, plaatsen en lijntjes er tussen door; hoe heeft de schrijver zelf anders alles uit elkaar weten te houden?
In ieder geval heeft hij een spannende puzzel gemaakt voor de lezer, die tot het laatst toe in het duister tast. Hoewel, niet helemaal tot op het laatst, dat epiloog had niet gehoeven.
De enige opmerking die ik heb is dat de dialogen wat stroef overkomen, maar die doen aan de spanning verder niets af.
ISBN 9789026128578| paperback | 366 pagina's | okt 2011 | Fontein
Vertaald uit het Zweeds door Neeltje Wiersma
© Marjo, 11 januari 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER