De doodskist
Arno Strobel
De zevenendertigjarige Eva Rossbach is een stille, teruggetrokken vrouw. Haar vader heeft haar een succesvol bedrijf nagelaten en Eva is dan ook zeer welgesteld. Het reilen en zeilen van Rossbach Machinebouw laat ze over aan de toegewijde bedrijfsleider Hubert Wiebking want de schichtige Eva komt niet graag onder de mensen.
Het overkomt Eva regelmatig dat haar geheugen haar in de steek laat. Stukjes herinnering ontbreken wat haar een ongemakkelijk gevoel geeft. Soms bevindt ze zich voor haar gevoel zomaar ineens in een andere ruimte. Eva piekert er niet over om iemand hierover in vertrouwen te nemen maar dan krijgt ze een bizarre nachtmerrie. Een nachtmerrie met verstrekkende gevolgen.
Eva droomt dat ze wakker wordt in een donkere ruimte. Ze mist de vertrouwde contouren van haar slaapkamer. Wanneer ze probeert om overeind te komen, stoot ze haar hoofd. Ze ligt ingesloten in een krappe ruimte. Een muffe ruimte die is bekleed met een zachte, gladde stof. Een hevige paniek maakt zich van Eva meester. Het besef dat ze in een doodskist ligt is meer dan ze kan verdragen. Eva gilt het uit.
Het volgende moment ligt Eva weer in haar bed. De contouren van haar slaapkamer zijn nu duidelijk zichtbaar. Het was een droom. Het was maar gewoon een nachtmerrie. De opluchting is groot maar slaat om in schrik wanneer ze merkt dat haar hele lijf pijn doet. Haar handen – waarmee ze als een bezetene tegen de deksel van de kist sloeg – zijn rood en ook andere lichaamsdelen worden ontsierd door rode vlekken. Alles doet zeer. De paniek laait in volle hevigheid op wanneer Eva de krant onder ogen krijgt. In het bos is het lichaam van een jonge vrouw gevonden. Ze bevond zich in een doodskist. De vrouw is bovendien een bekende van Eva. Het is haar twee jaar jongere stiefzus Inge.
Hoe kan het dat Eva droomt dat ze in een doodskist ligt op het moment dat haar stiefzus zo dramatisch aan haar einde komt? De nachtmerrie keert terug en er duiken meer lichamen in doodskisten op. Eva is bang dat iemand uit het verleden jacht op haar maakt. Het wordt tijd om haar beste en enige vriendin Wiebke in vertrouwen te nemen. Als Eva het bij het rechte eind heeft is ze in groot gevaar.
Levend begraven worden is een denkbeeld dat de mens al jaren angst aanjaagt. Aan het einde van de achttiende eeuw gebeurde het tijdens epidemieën nog wel eens dat iemand ten onrechte dood werd verklaard. In 1825 werd het verplicht om doden de eerste 36 uur na het overlijden onder te brengen in schijndodenhuisjes waar een constructie met belletjes aan het lichaam werd bevestigd. In 1869 werd de wet op de lijkbezorging van kracht waarin is vastgelegd dat de uitvaart minimaal 36 uur na het overlijden moet plaatsvinden. Arno Strobel speelt met De doodskist slim in op deze oude angst.
De lezer leert de personages niet heel goed kennen met uitzondering van hoofdinspecteur Bernd Menkhoff. Menkhoff heeft een zware tijd achter de rug (waarover te lezen is in het boek Das wesen) en de moorden vervullen hem met afschuw. Het onderzoek kost hem bovendien zijn spaarzame tijd met zijn dochtertje. Menkhoff vraagt zich af of hij nog wel bij de politie wil blijven werken als het ten koste gaat van het contact met zijn kind.
Ondanks mijn bedenkingen over het plot en de geloofwaardigheid van het verhaal is De doodskist een vlot geschreven en spannende thriller. Geen literair hoogstandje maar wel fijn om te lezen.
ISBN 9789048818440 | paperback | 348 pagina's | Mistral | oktober 2013
Vertaald door Corry van Bree
© Annemarie, 4 februari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De doodskist
Arno Strobel
Als kind al heeft Eva wel eens perioden gehad dat ze er even niet was, stukjes uit haar leven zijn verdwenen. Waarschijnlijk is ze een gevoelig kind, leed ze aan slaapwandelen en had ze dagdromen. Maar nu heeft Eva wel heel levendige nachtmerries: ze droomde dat ze opgesloten was in een doodskist, niemand hoorde haar schreeuwen, ze was gedoemd een gruwelijke dood te sterven.
Het zijn eigenaardige nachtmerries. Hoe kan het dat als ze wakker wordt, ze diverse verwondingen heeft? Haar vingers zijn kapot, ze zit onder de krassen en blauwe plekken, haar hele lijf doet zeer. Het is zo echt...
Maar het is niet Eva die het overkomt, het is haar halfzus, Inge, die gevonden wordt in een doodskist. En daarna vindt men nog andere vrouwen, die allemaal min of meer hetzelfde lot hebben ondergaan. Hebben die ook een link met Eva? Wie stuurt haar die waarschuwingen?
Inspecteur Menkhoff is degene die de zaak krijgt toegewezen. In verband met persoonlijke problemen, weet zijn chef niet zeker of hij deze zaak, waarbij de moordenaar duidelijk een psychopaat moet zijn, wel aan kan. Natuurlijk kan hij dat wel, vindt Menkhoff.
In de loop van zijn onderzoek komt hij Eva natuurlijk vragen stellen in verband met haar zus, maar heeft geen idee van haar dromen. Dat heeft Eva’s vriendin, Wiebke, wél. Ze dringt er op aan dat Eva een psychiater raadpleegt. Ze gaat naar hem toe, maar verlaat zijn spreekkamer eigenlijk zonder dat ze precies heeft verteld wat er aan de hand is. Hij bezoekt haar thuis en zal daar vreselijk spijt van krijgen.
Intussen duikt de inspecteur in het wespennest dat Eva’s familie is, en ontsluiert diverse geheimen, dingen waar zelfs Eva geen weet van heeft.
Naast Eva en de inspecteur volgt de lezer ook Britta, een eenzame vrouw die blijkbaar weet wie de dader is, maar er niet over peinst hem aan te geven. Ze is bang.
Daar heeft ze dan ook alle reden voor...
Erg spannende thriller, van een Duitse schrijver, die al zeven boeken heeft geschreven, die ik niet ken. Ik weet niet of inspecteur Menkhoff in eerdere boeken voorkomt, maar die indruk krijg ik wel. Af en toe lijkt het alsof Strobel veronderstelt dat dingen bekend zijn bij de lezer. Het is geen onpersoonlijke politieman, en zijn verhaal zou best in komende boeken verder kunnen gaan.
Maar de plot in dit verhaal is afgerond. Het is een spannende thriller, en al krijg je op tweederde van het boek al wel enig idee hoe de vork in elkaar steekt - die ontknoping is in mijn ogen wat makkelijk - je moet natuurlijk wel doorlezen om het zeker te weten.
ISBN 9789048818440 | paperback | 348 pagina's | Mistral | oktober 2013
Vertaald uit het Duits door Corry van Bree
© Marjo, 13 november 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER