De zoete waanzin
Paulus Hochgatterer
Deze Oostenrijkse schrijver is ook psychiater. Niet verwonderlijk dus dat de persoon die het meest aan het woord komt ook psychiater is.
Raffael Horn is met vrouw Irene en hun kinderen vanuit de grote stad verhuisd naar een huis dat op korte afstand ligt van een stadje in de Alpen. Hij werkt er in het ziekenhuis. Horn komt echter pas op pagina veertien in het verhaal. Eerder hebben we al kennis gemaakt met een man die met muziek op zijn oren haast dwangmatig aan hardlopen doet. En we hebben natuurlijk een dode: Sebastian Wilfert zat met zijn zesjarige kleindochter Katharina mens-erger-je-niet te spelen toen hij ineens opstond en naar buiten liep. Als het meisje tenslotte met de pionnen in haar hand achter hem aangaat vindt ze hem, liggend in de sneeuw, met een verbrijzeld hoofd.
Dit meisje wordt patiënte van Horn. Ze praat niet meer, en hij doet zijn best tot haar door te dringen. Door middel van Horn leren we nog andere bewoners van het stadje kennen, waarbij er wel meer zitten die flink gestoord zijn. Heeft een van hen een motief om de oude Wilfert te vermoorden? Want dat is wat, pas rond de tachtigste pagina, duidelijk wordt: het is geen ongeluk, het was opzet.
Wie is die jongen, die in ik-vorm zijn verhaal vertelt, en die met een masker op door de straten dwaalt, een jongen die duidelijk onder de duim zit van zijn dominante oudere broer, net thuis uit de penitentiaire inrichting. En wat is er aan de hand met die hardlopende pater, die maar nauwelijks in staat lijkt kerkdiensten op te dragen?
Of misschien is Schmidinger wel de dader. Hij is een gladjakker die er zijn hand niet voor omdraait om vrouw en kinderen te terroriseren, iets waarover zij niet durven praten. Wat hij zijn jongste dochter aandoet, dat is te erg voor woorden.
Kovacs is de politie-inspecteur die de moord onderzoekt. Ook hem volgen we in zijn doen en laten.
Tot eigenlijk toch nog onverwacht, de dader wordt gevonden.
Paulus Hochgatteren heeft een heel bedachtzame manier van schrijven. Nergens vind je theatrale zinnen, er is geen opwinding, geen enkele scène is in beschrijving schokkend. Natuurlijk zal de fantasierijke lezer met een eigen invulling van beelden bij de tekst wel degelijk heel wat schokkends vinden.
Het is een rustig verhaal, dat langzaam op gang komt, een verhaal dat je voor heel veel raadsels stelt om dan tenslotte ook de ontknoping heel langzaam te ontvouwen. Er hangt een naargeestige sfeer in dat dorp, die je terugvindt in het boek. Het is en blijft een echte thriller, want het verhaal is gruwelijk.
Geen boek voor sensatiezoekers, geen boek waarbij je op het puntje van de stoel zit, maar lees het niet uit net voor het slapen gaan. Grote kans dat dan de beelden op je af komen! En die zijn heel akelig.
ISBN 9789026127366 | 223 pagina's | Uitgeverij De Fontein | oktober 2010
Vertaald door Sonja van Wierst
©Marjo, 6 november 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER